De grondslag van het Bouwbesluit is gebaseerd op de artikelen 2, 3, 5, 6 en 120 van de Woningwet.

Artikel 2
Op grond van artikel 2, eerste lid, van de Woningwet worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur (red: Bouwbesluit is een AMvB) technische voorschriften gegeven omtrent:

  • het bouwen van bouwwerken;
  • de staat van bestaande bouwwerken;
  • het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk.

Op grond van het tweede lid van dat artikel kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voorschriften worden gegeven omtrent:

  • de staat van een bestaand open erf of terrein;
  • het in gebruik nemen of gebruiken van een open erf en terrein;
  • het slopen van een bouwwerk;
  • het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden.

Op grond van het vijfde lid van dat artikel kunnen de in het eerste tot en met vierde lid bedoelde voorschriften uitsluitend worden gegeven vanuit het oogpunt van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid of milieu.

Artikel 3, 5 en 120
Op grond van artikel 3 van de Woningwet kan bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2, eerste of tweede lid, van die wet verwezen worden naar normen of delen van normen en naar kwaliteitsverklaringen.

Op grond van artikel 5 van de Woningwet wordt een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van die wet in overeenstemming gebracht met technische voorschriften die omtrent het bouwen zijn of worden gegeven bij of krachtens een andere algemene maatregel van bestuur.
Op grond van artikel 120 van de Woningwet kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voorschriften worden gegeven met het oog op de nakoming van voor Nederland verbindende internationale verplichtingen die betrekking hebben op of samenhangen met onderwerpen waarin bij of krachtens die wet is voorzien.

Bouwbesluit 2012 (Algemene Maatregel van Bestuur – AMvB)
De voor brandveiligheid relevante hoofdstukken en bijlagen zijn:

  • Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen;
  • Hoofdstuk 2. Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van veiligheid;
  • Hoofdstuk 6. Voorschriften inzake installaties;
  • Hoofdstuk 7. Voorschriften inzake het gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen;
  • Bijlage I. Brandmeldinstallaties.

In bovenstaande hoofdstukken staan in feite de drie onderdelen (voorzieningen – maatregelen) die gezamenlijk de mate van brandveiligheid van gebouwen bepalen, te weten:

  • Bouwkundige voorzieningen (Hoofdstuk 2);
  • Installatietechnische voorzieningen (Hoofdstuk 6 en Bijlage I);
  • Organisatorische maatregelen (Hoofdstuk 7).

Deze voorzieningen en maatregelen staan bekend als de ‘BIO-maatregelen’ (Bouwkundige-, Installatietechnische- en Organisatorische voorzieningen en/of maatregelen).
De BIO-maatregelen zijn tot op zekere hoogte onderling uitwisselbaar.
Voorbeeld: een beetje meer installatietechnische voorzieningen betekent dat je wat minder bouwkundige voorzieningen mag doen en vice versa.

Bouwkundige eisen Bouwbesluit 2012
De voor bouwkundige brandveiligheid relevante eisen in het Bouwbesluit zijn:

Betreft Relevantie bouwkundige brandveiligheid (niet volledig)
Algemene sterkte van de bouwconstructie Geen
Sterkte bij brand Eisen in minuten waarbinnen een vloer, trap, hellingbaan (vluchtroute) of bouwconstructie niet mag bezwijken
Afscheiding van vloer, trap en hellingbaan Geen
Overbrugging van hoogteverschillen Geen
Trap Eisen uitvoering trap
Hellingbaan Eisen uitvoering hellingbaan
Beweegbare constructieonderdelen Eisen aan ramen, deuren en luiken die aan de openbare weg- of vluchtroutes grenzen
Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie Eisen stookplaatsen, schachten, kokers of kanalen en rookgasafvoer
Beperking van het ontwikkelen van brand en rook Eisen brandklasse van constructieonderdelen
Beperking van uitbreiding van brand Eisen ligging, omvang en weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag brandcompartimenten
Verdere beperking van brand en beperking van verspreiding van rook Eisen ligging, omvang en weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (sub-brandcompartimenten
Vluchtroutes Eisen, verschil en capaciteit vluchtroutes. Beschermde-, extra beschermde-, veiligheids- en tweede vluchtroute
Hulpverlening bij brand Eisen zodat hulpverlening personen kan redden en brand kan bestrijden
Hoge en ondergrondse gebouwen, nieuwbouw Eisen voor gebouwen hoger dan 70 meter boven- of dieper dan 8 meter onder meetniveau
Inbraakwerendheid, nieuwbouw Geen
Veiligheidszone en plasbrandaandachtsgebied, nieuwbouw Mogelijkheden om bij ministeriële regeling eisen te stellen aan veiligheidszones en plasbrandaandachtsgebieden
Aanvullende regels tunnelveiligheid Geen

Gebruiksfuncties Bouwbesluit
Het is van belang om je te realiseren dat de wijze waarop de minimale eisen voor brandveiligheid moeten worden ingevuld, afhangen van de zogenoemde gebruiksfunctie(s) van een gebouw.
Er worden in het Bouwbesluit 12 verschillende gebruiksfuncties onderscheiden (zie hieronder).
De eigenaar van een pand is formeel degene die de gebruiksfunctie(s) vaststelt:

  1. Woonfunctie;
  2. Bijeenkomstfunctie;
  3. Celfunctie;
  4. Gezondheidszorgfunctie;
  5. Industriefunctie;
  6. Kantoorfunctie;
  7. Logiesfunctie;
  8. Onderwijsfunctie;
  9. Sportfunctie;
  10. Winkelfunctie;
  11. Overige gebruiksfunctie;
  12. Bouwwerk geen gebouw zijnde.

Niveau nieuwbouw – niveau bestaande bouw
Veel afdelingen in het Bouwbesluit zijn opgedeeld in een deel ‘Nieuwbouw’ en een deel ‘Bestaande Bouw’. In het gebouw aanwezige voorzieningen, zoals (een stalen draagconstructie van) een brandscheiding, met daarin bijvoorbeeld brandwerende deuren mogen nimmer prestaties bieden die onder het niveau komen als omschreven in niveau bestaande bouw.
Bij nieuwbouwprojecten moeten ze minimaal voldoen aan de eisen als omschreven in het niveau nieuwbouw.

« Naar het Brandwiki overzicht