Elke installatie moet storingsvrij z’n werk kunnen doen. Om te voorkomen dat de sprinkler zijn taak niet of onvoldoende kan uitvoeren, is een periodieke leidinginspectie van groot belang.
Sprinklers en het leidingnet worden meestal van buiten op het oog beoordeeld. Schade binnen in het systeem kan echter voor problemen zorgen en de betrouwbare werking beïnvloeden. Deze problemen zijn van buitenaf niet zichtbaar.
Inwendige leidinginspectie
Bij een leidinginspectie stellen wij steekproefsgewijs vast of er inwendige corrosie en/of afzettingen aanwezig zijn, die de doorstroming nadelig kunnen beïnvloeden. Of vaststellen dat er sediment in de leiding aanwezig is (zie afbeelding) die bij een geopende sprinkler de doorlaat van de sprinkler kan verstoppen en daarmee de werking ervan teniet doet. Dit gebeurt met een endoscoop. Bij hoge uitzondering kan het nodig zijn om delen van leidingen te verwijderen en in ons laboratorium verder te onderzoeken.
Afhankelijk van de situatie kan worden besloten om het leidingwerk extra door te spoelen of extra maatregelen te nemen ter voorkoming van problemen in de toekomst.
De scope en het proces van de inspectie zijn beschreven in de VdS 2091*.
Leidingwerk: het verschil tussen droge en natte systemen
Er zijn grote verschillen tussen droge” en ‘natte’ systemen. De invloed van lucht/zuurstof, restwater en/of condens is een belangrijke veroorzaker van corrosie in droge systemen. Een ander veel voorkomend probleem na installatie, is onvoldoende afschot in een droog systeem, waardoor het volledig aftappen niet is te garanderen. Deze vorm van corrosie komt minder vaak voor bij natte systemen.
Corrosie in leidingen wordt veelal veroorzaakt door:
- Te weinig afschot
- Onvoldoende aftappen van de leidingen en/of te weinig mogelijkheden
- Matige kwaliteit van de leidingen
- Matige kwaliteit van het water/chemische samenstelling
Inwendige leidinginspecties na 25-, respectievelijk 12,5 bedrijfsjaar
Het verouderingsproces wordt veroorzaakt door de toegepaste materialen, de (atmosferische) omgevingsfactoren en het gebruik. Dit is van invloed op de levensduur van een watervoerende blusinstallatie.
Iedere norm of richtlijn geeft aan dat er gedurende de levensduur van de installatie inwendig onderzoek van de leidingen en het testen van de sprinklers moet plaatsvinden.
De VdS 2091 richtlijn geeft – net als de TB80 voor “Erhaltung der Betriebsbereitschaft von Wasserloschanlagen” * – gedetailleerd weer wat er wanneer door wie en hoe moet worden getest en beoordeeld. VdS stelt dat droge systemen iedere 12,5 jaar en natte systemen iedere 25 jaar inwendig moeten worden onderzocht. Deze is gelijkwaardig aan de TB80, maar dan inclusief meting van de wanddikte.
Ultrasone wanddiktemeting
Behalve de binnenzijde van de leidingen, voeren wij ook direct een ultrasone wanddiktemeting uit. De minimale wanddikte van de leidingen is vastgelegd in de DIN 2413 norm.
Wanneer de wanddikte te dun blijkt te zijn, is het noodzakelijk de leidingen of, in het ergste geval, het hele leidingnet te vervangen.
De meting van wanddikte voeren wij altijd standaard uit bij onze leidinginspecties. U ontvangt na afloop een uitgebreid rapport met metingen en conclusies.
Inspectie van de sprinklers
Inspectie van de sprinklers vindt in eerste instantie visueel plaats. Zijn er afwijkingen, die de goede werking van de sprinkler zullen belemmeren? Bijvoorbeeld sprinklers, die beschadigd zijn met verf, verbogen zijn of een beschadigde glasbulb of soldeerverbinding hebben? Uiteraard moeten deze sprinklers worden vervangen in de installatie.
De geselecteerde sprinklers gaan voor verder onderzoek naar het 17025 geaccrediteerde VdS laboratorium in Keulen. Hiervoor wordt een minimum van 20 sprinklers aangehouden Om de proefneming zo waarheidsgetrouw uit te voeren, geven wij er de voorkeur aan de sprinklers te ontvangen zoals ze aanwezig zijn in de installatie. Dus met stof, vettigheid, corrosievorming, etc. (Lees hier meer over Laboratoriumtests sprinklers)